1968

Januari: het stadsbestuur van Taroesa verleent Paustovski de titel “Ereburger van Taroesa”.

Heropname in het Kremlinziekenhuis na verslechtering van zijn algemene toestand.

Maart: krijgt de toestemming om de graad van doctor in de letteren van de Princetown University te accepteren.

Als eerste Russische schrijver onderscheiden met de titel “Erelid van de Academie van Wetenschappen en Literatuur van de stad Mainz”.

April: in Peredelkino.

Opname in het Kremlinziekenhuis na ernstige verslechtering van zijn toestand.

10 juni: dicteert zijn laatste verhaal aan zijn vrouw.

15 juni: telefoongesprek met A. Kosygin, voorzitter van de Ministerraad, met het verzoek Joeri Ljoebimov, regisseur van theater Taganka, te beschermen tegen de willekeur van de ambtenaren uit de culturele sector.

14 juli: opname in het Kremlinziekenhuis met een nieuw hartinfarct, crisis en overlijden.

Op het bureau van de schrijver wordt een brief gevonden voor de nabestaanden met het verzoek zich te ontfermen over het lot van zijn naasten. Daarin staan regels die we gerust als zijn literair testament mogen beschouwen: “Deze aarde is onze woning. Geef haar niet uit handen aan verwoesters, laag volk en leeghoofden. Wij, als erfgenamen van Poesjkin, zullen daar rekenschap en verantwoording voor moeten afleggen.” (vertaling Wim Hartog, Goudzand p.570)

17 juli: Rouwbeklag in het Kremlinziekenhuis, begrafenis op het kerkhof van de stad Taroesa.