1967

Januari: verblijft met zijn vrouw in het Schrijvershuis in Jalta.

Februari: in het tijdschrift Vokroeg svjeta (De wereld rond) verschijnt zijn laatste essay Dorogi Genricha Gejne (De wegen van Heinrich Heine).

Ondertekent mee een oproep aan het Presidium van het Vierde Schrijverscongres ter ondersteuning van een brief van Aleksandr Solzjenitsyn waarin deze de afschaffing van de censuur bepleit. Onder de 83 ondertekenaars zijn o.m. V. Tendrjakov, G. Baklanov, V. Solooechin, B. Mozjaev, V. Bykov, B. Okoedzjava…

Opgenomen in het Kremlinziekenhuis wegens verslechtering van zijn gezondheid.

31 mei: viering van zijn vijfenzeventigste verjaardag en 50 jaar schrijverschap. De feestzitting in het Huis van de Literatuur kan hij door zijn ziekte niet bijwonen. Alle toespraken worden op verzoek van de jubilaris opgenomen op tape.

Uit een brief van Aleksandr Solzjenitsyn aan Veniamin Kaverin die de avond voorzat: “Wij allen aanwezigen zijn verrukt over Uw rede voor het jubileum van Konstantin Georgievitsj. Het klonk alsof deze bijeenkomst tien jaar na het congres plaats vond.”

Juni: opname in het Kremlinziekenhuis wegens langdurig hartinfarct.

Uitgave bij Sovjetski pisatel van Najedine s osenjoe (Alleen met de herfst) in boekvorm.

September: opname in het Kremlinziekenhuis met zware hartproblemen.

November: Onderscheiden met de Vlodzimezj Petchak-prijs van het Poolse linkse katholieke genootschap PAX.