1961

Februari: werkt mee aan de samenstelling van de literaire bundel Tarusskije stranitsi (Pagina’s uit Taroesa).

Voorjaar: werkt in het Schrijvershuis in Jalta verder aan Sobesjednik sjerdtsa (Gesprekspartner van het hart, het tweede deel van De gouden roos).

April: in Taroesa.

Mei: verjaardag in Kaloega met vrouw en vrienden.

Juli: redevoering op het Europees Schrijverscongres (KOMESKO) in Italië.

Augustus: reis naar Polen op uitnodiging van Poolse schrijvers; ontmoeting met Jaroslaw Iwaszkiewiecz, bezoek aan het huis van Sigismund Waliszewski.

Oktober: aanvaardt het voorstel van Novi mir om de samenwerking te hervatten.

Uitgave bij Sovjetski pisatel van De sprong naar het Zuiden in boekvorm.

De verzamelbundel Tarusskije stranitsi onder redactie van K.G. Paustovski wordt in Kaloega uitgegeven. De bundel bevat o.m. het eerste gepubliceerde gedicht van Marina Tsvetajeva na decennia van vergetelheid, gedichten van N. Korzjavin en V. Kornilov, het eerste proza van B. Okoedzjava, een publicistiek van Nadezhda Mandelsjtam (nog onder het pseudoniem N. Jakovljevf). De bundel wordt door officiële kringen veroordeeld: de onverkochte oplage van 35.000 exemplaren wordt vernietigd, de leiding van de uitgeverij wordt ontslagen, Paustovski en de auteurs van de bundel worden voor toelichting ontboden bij het Centraal Comité van de KPSU.